Wanneer naar een kinderfysiotherapeut?

Meestal is het de ouder/verzorger die zich ongerust maakt over de zintuiglijke en/of de motorische ontwikkeling van zijn/haar kind. Neem dit gevoel serieus.
Ook de arts/verpleegkundige van het consultatiebureau, de jeugdarts, de huisarts of de kinderarts kunnen aangeven dat de ontwikkeling anders verloopt.

Leerkrachten of pedagogisch medewerkers van het kinderdagverblijf, hebben evenals ouders/verzorgers een belangrijke, signalerende taak. Problemen in het bewegend functioneren kunnen een negatieve invloed hebben op het zelfbeeld van het kind. Daarom is het van belang dat nauwkeurig wordt vastgesteld of de ontwikkeling vertraagd of afwijkend verloopt, zodat er een adequaat advies gegeven kan worden.

Een stelregel is: een “niet-pluis gevoel” is reden genoeg om een deskundige te raadplegen.
Immers het is van groot belang om vroegtijdig te beginnen met de juiste zorg, zodat een kind zich optimaal kan ontwikkelen.

Daarnaast kan een sportbegeleider zoals een voetbaltrainer, zweminstructeur of gymnastiekleraar het opvallen dat het aanleren van een motorische vaardigheid moeilijker is voor het kind in vergelijking met zijn leeftijdsgenoten.

Hieronder volgt een onderverdeling van veelvoorkomende klachten per leeftijdsgroep.

Veelvoorkomende klachten per leeftijdsgroep